Sven de Langen | Volksgezondheid, zorg, ouderen en sport

Bloeiende sportverenigingen, met goede accommodaties en kwalitatieve trainers. Onder meer hier wil de kersverse sportwethouder Sven de Langen (ook volksgezondheid, zorg en ouderen) de komende collegeperiode op inzetten. Dit zei hij tijdens de viering van het 12,5 jarig bestaan van de Schoolsportvereniging (SSV).

Wethouder Sven de Langen prijst de Schoolsportvereniging, een project van Rotterdam Sportsupport dat het al 12,5 jaar mogelijk maakt dat basisscholieren in de Maasstad dichtbij huis kunnen sporten. ‘Via de Schoolsportvereniging kun je verschillende sporten uitproberen. Zo ontdek je wat je leuk vindt, wat je goed kan en bij welke club je lid wilt worden’, sprak De Langen de kinderen van SSV Katendrecht vrijdag 29 juni toe. Zij namen die middag met hun ouders deel aan de SSV-familiedag. Tegelijkertijd vierde Rotterdam Sportsupport met betrokkenen het 12,5 jarig jubileum van de Schoolsportvereniging.

Wethouder De Langen wil dat bijvoorbeeld de 3100 kinderen die nu via de SSV bij een vereniging sporten, ook in de toekomst volop hun sport kunnen blijven beoefenen. ‘Trainen doe je uiteindelijk bij de sportclub. Wat ik dus heel graag wil is dat er voldoende verenigingen en andere (commerciële) sportaanbieders zijn in Rotterdam,

Wethouder Sven de Langen spreekt de SSV-kinderen toe tijdens de viering van het 12,5 jarig jubileum van de Schoolsportvereniging. Foto: Kees Spruijt

met goede accommodaties en trainers, waar jong en oud plezier beleven en waar ze beter worden dan ze nu al zijn.’

Dankzij financiering vanuit de gemeente Rotterdam kan de Schoolsportvereniging bestaan en doorontwikkeld worden. Ook daar werd tijdens het jubileumfeest bij stilgestaan. Begon Rotterdam Sportsupport met één SVV op Katendrecht, inmiddels zijn er 25 SSV’s in verschillende wijken. In totaal 63 sportaanbieders en 71 scholen zijn aan het programma verbonden. ‘Er zijn zoveel mensen die zich voor de Schoolsportvereniging inzetten’, licht De Langen toe. ‘Dat maakt het zo’n bijzonder project.’